Lidwoord voor nordic walking

1

het nordic walking o

aanwijzend voornaamwoord
dit nordic walking, dat nordic walking

dichtbij dit nordic walking

verder weg dat nordic walking

betrekkelijk voornaamwoord
het nordic walking dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun nordic walking
onbepaald voornaamwoord
elk nordic walking
buigings-e
het grote nordic walking, een groot nordic walking